Hooggevoelige peuters: peutergedrag: hoe ga je ermee om?

Unconditional Love, By Irene

 

 

 

Onder de hoger bewuste kinderen zijn de peuters nog wel een groep apart. We kennen allemaal de peuterdriftbuien, de uitspraak: ‘ik ben twee en ik zeg NEE!’ en (ogenschijnlijk) onverklaarbare stemmingswisselingen: je peuter loopt heerlijk te kuieren, dansend en zingend en ineens stort het in als een hoopje ellende: de batterij is leeg. Dit komt bij alle kindjes wel voor aangezien hun aardse ontwikkeling nog maar net begonnen is maar hoger bewuste kindjes zijn vaker dichter bij hun kern en dat maakt dat er vaker ook andere dingen spelen.

Naast dat hogerbewuste peuters van dieper uit weten dat ze zoveel nog níet kunnen (vaker gefrustreerd want ze herinneren zich nog makkelijker dat ze voordat ze hier kwamen zich makkelijk voort konden bewegen en konden communiceren); is de communicatie nog volop in ontwikkeling; gaan de gevoelens in die lijfjes nog vaker met ze aan de loop en zijn nog veel meer verbonden met waar ze vandaan komen. Daar gaat het zo anders dan hoe er hier met elkaar omgegaan wordt: er is sprake van andere onderliggende waarden.

 

Ze snappen bijvoorbeeld vaak niets van:

  • het geduw en getrek om éérst van de glijbaan te mogen (ze kennen van zichzelf geen competitie);
  • om in de gunst van iemand te willen komen door bijvoorbeeld slijmgedrag (ze snappen dat eerlijkheid het langst duurt; willen zichzelf niet verlagen om gedrag toe te staan van anderen om maar geliefd te worden);
  • om door hard te schreeuwen en slaan je gelijk te halen (er zijn veel vredelievender methodes om aan te geven dat iemand over je grenzen gaat) ;
  • om te zien hoe de één energie wegkaapt bij de ander en hoe je aan allerlei voorwaarden moet voldoen om geliefd te worden. Onvoorwaardelijke liefde gaat over géven zonder verwachting van terug te krijgen. En als de anderen om je heen dus ook  onvoorwaardelijk liefhebben, geven zij ook en krijg je automatisch genoeg. Dat zijn ze gewend!

 

Onvoorwaardelijke Liefde
Hoger bewuste kinderen weten wat echt onvoorwaardelijke liefde is: je wordt geliefd, punt uit. Natuurlijk is het niet de bedoeling een ander pijn te doen maar als dat gebeurt, wordt niet de liefde weggehaald in de vorm van ‘nadenkstoeltjes’ of vermanende preken (‘Je bent niet lief als je een kindje pijn doet, hoor!’). Er wordt via verbinding gekeken waarom het zover kwam dat het tot duwen of slaan kwam. De emotie die opkwam wordt gehonoreerd (‘Ik zie dat je boos was, gebeurde er iets wat je niet eerlijk vond?’) en dan wordt er gekeken of dingen een volgende keer andere kunnen (‘Wat zou je anders kunnen doen?’ Waarbij dus uitgegaan wordt van vertrouwen in het oplossende vermogen van de ander).

Bij peuters ligt dat alles net wat genuanceerder. Want ze duwen een ander meestal niet vanuit dezelfde reden als dat ze kinderen zien doen die wel competitiestrijd gewend zijn. Als zij hun liefde uiten naar je is dat niet om te slijmen: ze herkennen iets in je wat ze respecteren. Als zij slaan of schreeuwen is dat niet omdat ze hun gelijk willen halen maar omdat hun emotie met ze aan de haal ging, ze het even niet anders op konden lossen. Bij hun weigering om aan de voorwaarden te voldoen om geliefd te worden, goedkeuring te verkrijgen omdat je doet wat je gezegd wordt, ligt het er niet aan dat ze niet geliefd willen worden of dat ze de zin niet inzien van de regel maar aan het feit dat ze niet inzien waarom daar voorwaarden aan verbonden moeten zijn. Als de redenen om iets wel of niet te doen duidelijk zijn, redelijk en respectvol voor iedereen (ook in de manier waarop het gebracht wordt) dan zijn ze zonder meer geneigd eraan te voldoen.

Dit maakt niet dat al het gedrág oké is! Slaan, duwen, botte weigering (‘Nee! Dat doe ik niet!!!!!’) is respectloos naar de ander. En dat is iets wat ze eigenlijk van binnen wel weten maar het lukt nu even niet. Aan oudere kinderen kan meer uitgelegd worden daarin, die kunnen al beter leren emotie te herkennen en manieren leren om de dingen op een andere manier te brengen maar bij peuters is dat vaak gewoon nog teveel gevraagd.

 

Inlevingsvermogen
Dit vraagt veel van het inlevingsvermogen van ouders en begeleiders zoals peuterleidsters. Wat ligt eraan ten grondslag? Is het ‘gewoon’ peutergedrag bijvoorbeeld oververmoeidheid of is er sprake van een overemotioneel en overvraagd hoger gevoelig kindje wat vervalt in gedrag dat het eigenlijk helemaal niet bedoelt?

Daarnaast spiegelen kinderen ook nog hun omgeving en het kan heel goed dat het kind jóu iets wil laten zien. Als je lontje bijvoorbeeld korter is door zwangerschap; overlijden van een dierbare; moeilijkheden op het werk….: reken maar dat een kind daarop reageert. Niet alleen de hooggevoelige kinderen overigens. Als je durft te kijken en je eigen overbelasting durft te zien, dat erkent en erop inspeelt, bijvoorbeeld hulp inschakelt en je rust en rouw pakt, zal dit al schelen in het gedrag van het kind.

Bij hoger bewuste kinderen kunnen daarnaast nog meer ‘ongeziene’ zaken spelen.
Bijvoorbeeld:

Tigo duwt/slaat Puck zonder enige aanleiding. Je hebt het hele gebeuren gezien en er was écht geen handeling van Puck die enig hardhandig gedrag nog zou kunnen verklaren. Wat kan er aan der hand zijn:

  • Tigo is aan het begin van de dag hard geduwd door Puck maar toen sloeg hij dicht door de heftigheid daarvan, heeft het langzamerhand verwerkt en op een veel later moment komt het er pas uit.
  • Tigo voelt aan dat Puck heel boos/verwart/verdrietig is van binnen, schrikt van de energie en wil het weg hebben.

Lisa schreeuwt tegen Roos en duwt haar weg terwijl Roos juist een klein poppetje aan Lisa geeft omdat ze later graag met Lisa wil spelen. Wat kan er spelen bij Lisa:

  • Lisa is met mama een boekje aan het lezen bij binnenkomt en ziet Roos als een indringer van een ritueel dat heel belangrijk is voor haar om te landen in het klasje, om om te schakelen.
  • Een van voorgaande voorbeelden kan hier spelen
  • Lisa ziet dat het gedrag van Roos slijmen is en wil niet vanuit zulke voorwaarden samen spelen.

Kijken naar wat er achter het gedrag ligt
Nogmaals: een ander kindje pijn doen is niet de bedoeling. Er moet in ieder geval ingegrepen worden. Als je op tijd bent, kan een handje tegengehouden worden. De emotie van het kindje dat pijn gedaan is, heeft prioriteit. Maar begrip van waardoor het gedrag ontstaan is en niet de verbinding met het kind opzeggen, is van groot belang. Als het kind continue afgewezen wordt op wie hij van binnen is, dat hij niet goed is, gaat een kind dat geloven en zich ernaar gedragen. Een peuter heeft vaker nog niet zoveel kracht en daarmee is het aangedane leed vaak nog te overzien; het onderliggende negeren (of het nu spiegelgedrag is, of onhandige uiting van eigen emotie) en hard afstraffen, werkt het gedrag juist in de hand en zij kunnen later de pesters zijn die hun slachtoffers terroriseren.

Kijken naar het gedrag en zien dat het gedrag onhandig is maar dat er vaak een onderliggende reden is die geldig is, leidt tot wederzijds begrip en laat een kind welwillender meewerken om de onhandige uiting om te buigen in gedrag wat wel te accepteren is maar wel duidelijk maakt dat er grenzen zijn.

Als een kind zelf ook langzamerhand leert opmerken wanneer er een grens bij zichzelf bereikt is, dat die er mag zijn en op welke manier je nog meer erop kunt reageren, is onze hulp steeds minder nodig. Maar tot die tijd kunnen we hen hier in helpen. Vanuit verbinding.

Deel dit bericht: